Als je nog geen hoog-rendement (HR) CV-ketel hebt is de kans groot dat je bestaande CV-ketel al wat ouder is. In dat geval is de kans op storingen groter en wordt er vaak geen gebruik gemaakt van de restwarmte van de ketel. Afhankelijk van hoe oud je bestaande ketel is kan er een behoorlijk rendementsverschil zijn. Het vervangen van de ketel zal het gasverbruik en daarmee de jaarlijkse energiekosten een stuk omlaag brengen. Echter, als je overweegt om je verwarmingsinstallatie te vervangen, is het ook verstandig om te kijken naar de mogelijkheden rondom elektrisch verwarmen. Als je hier meer over wilt weten, bekijk dan de pagina ‘Elektrisch verwarmen en koelen‘.
Er zijn twee mogelijkheden om de verwarmingsinstallatie en ruimtekoelingensystemen te optimaliseren. Met een energiemonitoringssysteem (zoals een slimme meter met rapportagefunctie) krijg je goed inzicht in wanneer je energie gebruikt en welk apparaat hiervoor verantwoordelijk is. Sluipverbruik of installaties die ‘s nachts onnodig in werking blijken, kunnen zo geïdentificeerd worden.
Daarnaast bestaat er optimaal aansturen van verwarmingsinstallatie en ruimtekoelingensystemen met optimaliserende regelingen zoals een weersafhankelijke thermostaat. Een gebouwbeheersysteem waarbij alle klimaatinstallaties als een geheel aangestuurd kan worden biedt uitkomst bij grotere bedrijven. Dit voorkomt bijvoorbeeld het tegen elkaar inwerken van de verwarming en koeling op hetzelfde moment.
Voor een optimale werking van je verwarmingssysteem of ruimtekoelinginstallatie is het goed afstellen van het apparaat van belang. Houd daarvoor rekening met de volgende aspecten:
Stel de installatie weersafhankelijk in
De instelling van een verwarmings- of koelingsinstallatie moet goed aansluiten bij de werkelijke koude- en warmtebehoefte. Dat gebeurt meestal met behulp van een weersafhankelijke regeling (verbonden met het internet) en een buitentemperatuur gestuurde regeling een buitensensor. Die geeft aan hoeveel warmte of koeling een installatie moet produceren bij welke buitentemperatuur. Een deskundige kan de temperatuur afhankelijke regeling van de installatie juist instellen. Als je zowel een verwarmings- en koelingsinstallatie hebt is het verstandig om ervoor te zorgen dat ze beiden gekoppeld worden aan hetzelfde regelingssysteem.
Afwezigheid instellen
Zorg ervoor dat de uitschakeling van de installatie goed is geprogrammeerd. Het goed instellen van de bedrijfstijden is daarbij van belang, maar ook het invoeren van de feestdagen. Het is ook mogelijk dit te koppelen aan het alarmsysteem om zo te voorkomen dat de ruimteverwarming of ruimtekoeling aanstaat als er niemand aanwezig.
Voorkom gelijktijdig verwarmen en koelen
Het kan voorkomen dat zowel verwarmings- als koelingsinstallatie aanstaan en tegen elkaar gaan inwerken. In dat geval overlapt de tempratuur, waarop de koelingsinstallatie begint met koelen met de tempratuur die de verwarmingsinstallatie inschakelt om de ruimte te verwarmen. Dit kan worden voorkomen door voldoende graden verschil te houden tussen de stookgrens (de temperatuurgrens waarna de verwarming niet meer verwarmt) en de ondergrens waarbij de ruimtekoeling wordt ingeschakeld. Dit heet een dode zone en die zone is minimaal 4℃. De zone kan worden opgerekt tot 6-8℃ in een goed geïsoleerd gebouw.
Binnen veel bedrijven gaat het grootste deel van het energieverbruik naar het verwarmen en koelen van het gebouw. Goed onderhoud en de juiste aansturing van de systemen leveren een aanzienlijke besparing op. Controle zorgt bijna altijd voor verbetering omtrent energieverbruik, veiligheid en comfort. Tijdens de inspectie kijk je naar onderdelen die periodiek vervangen moeten worden. Denk bijvoorbeeld aan kapotte naregeling. Ook maak je de installaties schoon en stofvrij. Het is ook verstandig om te zorgen dat je een regulier onderhoudscontract hebt zodat deze acties regulier kunnen worden uitgevoerd.
Er zijn verschillende mogelijkheden om warmteverlies te voorkomen bij de ingang. Dit kan door de deur gesloten te houden, een warmtegordijn te plaatsen, een tochtsluis te nemen of automatische loopdeuren aan te brengen.
Afmeting warmtegordijn
Zorg ervoor dat de dimensies van het warmtegordijn overeenkomen met de open ruimte in de gevel. Het heeft weinig zin om een te klein warmtegordijn op te hangen. Hierdoor kan de koude buitenlucht gemakkelijk naar binnen, waardoor je meer energie gebruikt voor verwarmen dan noodzakelijk. Kijk onder ruimteverwarming op de bedrijfsapparatuurpagina voor meer informatie.
Tochtsluis
In grotere bedrijven kan het mogelijk zijn om een tochtsluis te plaatsen. In dat geval worden er twee deuren op enige afstand van elkaar geplaatst. Doordat de deuren in de tochtsluis niet tegelijkertijd openstaan, wordt voorkomen dat warme of koude lucht (afhankelijk van behoefte) naar buiten toe ontsnapt.
Automatische loopdeuren
Wanneer verschillende ruimtes andere verwarmings- en koelingsbehoefte hebben, kan het voorkomen dat de deuren daartussen wel eens open blijven staan. Door deze deuren te automatiseren kan worden voorkomen dat de deur openblijft. De deuren kunnen worden aangestuurd met een sensor of met een grote drukknop aan beide zijden.
